Bins en Glastra

Het boek van P.G. Bins uit 1948 (omslag zie hiernaast) heeft me in vogelvlucht laten zien hoe het landschap van Friesland langzamerhand gevormd werd door het vele noeste werk van monniken, boeren, arbeiders en anderen die vanaf het jaar 1000 ongeveer tot nu dijken aanlegden, zijlen bouwden, vaarten groeven en zo meer.

Opvallend is de juichende toeristische toon in het werk van P.G. Bins. Het werk bestond namelijk uit maar liefst 27 excursies door het Friese land (de opdracht voorin luidde: “Friesland is een heerlijk land, een provincie om veel van te houden”) en had als doel naast het beschrijven van de waterstaatsgeschiedenis ook het toerisme te stimuleren dat in die na-oorlogse jaren schoorvoetend op gang kwam.

Toch is het zeer boeiend om het nu, zo’n 67 jaar later weer te lezen, omdat er nog geen enkele sprake is van enig dissonant geluid wat betreft de keuzes die men al die tijd maakte. Wel discussies natuurlijk en ruzies volop maar de grootste gemene deler was toch: de zee buiten houden en droge voeten houden of zoals in de Rüstringer rechtsregels uit de twaalfde eeuw werd opgetekend(!): “Dit is ook het recht, dat wij, Friezen, hebben een zeeburg te stichten en te beheeren, een gouden band, die om heel Friesland ligt, waarin elke dijksroede gelijk is aan de andere en waar de zoute zee des daags en des nachts tegen aan zwelt”.

Wanneer je het voorwoord van de meest recente Golden Raand (blad van het Groninger Landschap) hier tegenover zet, dan hoor je toch een heel ander geluid uit de mond van de huidige directeur Marco Glastra: “de zee heeft ons vruchtbare kleigronden gegeven, die tot de beste landbouwgronden ter wereld behoren”.. “De vruchtbare gronden lagen binnen handbereik en de zee verbond Groningen (en Friesland) met de rest van de wereld. Onder regie van de kloosters begin met vanaf het jaar 1200 met de aanleg van dijken. Eerst defensief en later ook offensief om land op zee te veroveren”. Glastra concludeert vervolgens:” Groningen is definitief met zijn rug naar de zee komen te staan”. Met nieuwe concepten als wisselpolders en een nieuw te ontwerpen buitendijkse wierde wil men hier verandering in gaan brengen. Ook de goeddeels opgeheven overgangen tussen land en water en tussen zoet en zout krijgen bij deze organisatie weer nieuwe kans in combinatie met de ontwikkeling van zilte landbouw. Wat mij betreft een erg goede ontwikkeling alleen zou de heer Bins er wellicht niet zo hoog over hebben opgegeven! Wanneer je met de nieuwe technieken en op basis van alle nu beschikbare kennis een versnelde film zou kunnen laten zien, waarin de kustzone van Noord-Nederland wordt getoond vanaf de laatste IJstijd tot nu dan zou er een continu heen en weer gaande bewegende zone zichtbaar zijn die echter vanaf 1200 steeds meer tijdelijk stil kwam te staan.. Over duizenden jaren zal de kust echter op een hele andere plek liggen dan nu zoveel lijkt mij wel zeker.


2012 © alle rechten voorbehouden Eloadea Boornbergem