Krabbenscheer de soldaat

17b

Planten in je directe omgeving. Wat doen ze je en wat kun je met ze doen? Dit zou best eens een vervolgserie kunnen worden om de oplettende lezers een boeiende kijk te bieden op onze stille metgezellen op deze aarde, waarzonder we als soort absoluut niet zouden kunnen bestaan. Grassen vormen het hoofdbestanddeel van ons voedsel en met hout of derivaten van hout (en ja natuurlijk ook met andere hulpstoffen, zoals gemalen steen, mergel, natuursteen, glaswol, glas) bouwen en verwarmen we onze huizen.

Hoe deze kijk te ontsluiten? Laten we gewoon met iets heel alledaags beginnen. Neem krabbenscheer  een exotische door Weeda als Bromelia omschreven soort.

Deze plant is werkelijk uniek omdat het de enige soort is die op verschillende niveau’s groeit gedurende het jaar. Niveau’s? Jazeker aan het einde van de herfst dalen de bladeren af naar de bodem van de vaart, plas of in welk water de plant maar groeit en overwinteren daar in de modder zonder veel licht. De kleur gaat dan ook uit de gestekelde bladeren en in het voorjaar komen deze kransen weer omhoog om in het licht te floreren: bloemen te vormen, de kenmerkende driedelige slappe witte bloemen. De soort is de drager van een gemeenschap aan gespecialiseerde waterdieren, waarvan de bekendste in Fryslân zonder twijfel de Ielstikelbiter zal zijn of te wel de Groene glazenmaker. Aan deze soort is erg veel onderzoek gedaan door de mensen van de libellenwerkgroep De Hynstebiter. Eind vorig jaar verscheen hun prachtige Libellenatlas van Fryslan met de poëtische ondertitel: “mei ljochtsjende wjukken oer it wetter”. Wat liet zien dat de poëzie zoals we die in de jaren twintig en dertig in de natuurbeschrijvingen van mensen als Heimans, Thijsse, Bernink en dichter bij in Friesland van dominée R. J. de Stoppelaar, niet helemaal van de aardbodem verdwenen is!

En ik zou me er wat betreft de Krabbenscheer graag bij aansluiten. Wat een bijzondere plant! Tegenwoordig wordt er ook weer met hernieuwde belangstelling naar de eetbaarheid en het algemene nut (vul in voor de mens dan natuurlijk!) gekeken. Eetbaar is de soort voor zover mij bekend voor mensen niet. Wel werd zij vroeger massaal geoogst en werden de landbouwgronden er mee bemest, omdat de planten veel voedingsstoffen uit het water opnemen en de planten dus een goede bemesting vormden. De soort groeide vooral in contactzones, daar waar voedselrijker kwelwater in contact trad met oppervlaktewater van een andere herkomst. In de jaren zeventig ging zij enorm achteruit om in de laatste tientallen jaren weer iets meer vooruit te gaan.

Volgende keer dan een wilde plant die wel eetbaar is en waar ook mee geëxperimenteerd gaat worden in het Potmarge gebied bij Leeuwarden. Het Pijlkruid (wellicht iets alledaagser).

 

HJ.

 

 


2012 © alle rechten voorbehouden Eloadea Boornbergem